Groeien en ontwikkelen in een sfeer van verwondering en wederzijdse ontmoeting

Binnen de heilpedagogie en sociaaltherapie kijken we naar de mens als een zich voortdurend ontwikkelend wezen. We focussen ons niet zozeer op de mens met beperkingen, maar vooral op de vele zichtbare en nog onzichtbare ontwikkelingsmogelijkheden. Groeien, dat doen we samen. Met, door en dankzij elkaar.

In de heilpedagogie en sociaaltherapie zijn we voortdurend gericht op het vinden en ondersteunen van de reële groeimogelijkheden in de mens. Het hele handelen van de begeleider en zorgverlener is er in wezen op gericht de ander wakker aanwezig te helpen zijn in zichzelf en in de wereld. En ook: op hem — zowel innerlijk als uiterlijk — gezond in beweging helpen komen. Daarbij ligt de focus niet op de mens met een beperking of ziektebeeld, maar op de mens met een gezonde, intacte persoonlijkheidskern en tal van ontwikkelingsmogelijkheden. Mogelijkheden die misschien nog niet zichtbaar zijn, maar die wel aanwezig zijn en tot expressie en ontwikkeling willen komen. De mens wordt gezien als voortdurend in wording.

Mensen met een bijzondere levensopdracht

In de antroposofie wordt er vanuit gegaan dat ieder mens met een opdracht naar de aarde komt en dat iedere dag in het leven van de mens zinvol is binnen zijn gehele ontwikkeling. De mens met een buitengewone ontwikkeling draagt een bijzondere opdracht met zich mee, die om meer zorg en begeleiding van zijn medemens vraagt. Hij draagt ook bijzondere kwaliteiten in zich die iets kunnen betekenen voor de gehele mensheid en die het waard zijn gezien, geëerd en ontplooid te worden. De beperking wordt dus ook gezien als een mogelijkheid om bepaalde innerlijke vermogens te ontwikkelen, en dit geldt zowel voor de persoon zelf als voor zijn omgeving.

Enkele centrale vragen die aan de basis van de antroposofisch geïnspireerde zorg liggen, zijn:

  • Wie is deze persoon?
  • Wat is zijn wilsrichting?
  • Welke mogelijkheden en talenten wil hij graag ontplooien?
  • Wat is de ontwikkelingsvraag die hier en nu wordt gesteld?
  • Wat kan ik vanuit dienstbaarheid aanreiken om tegemoet te komen aan de wensen en ontwikkelingsvragen bij dit individu?
  • Wat heb ik in mijzelf tot ontwikkeling te brengen zodat de ander zich kan wijden aan zijn ontwikkeling?

Cultuur van wederzijdse ontmoeting

We gaan samen met het kind of de volwassene op pad binnen een hartsgedragen en voedende context. Samen zorgen we ervoor dat al het essentiële aanwezig is om optimaal tot ontwikkeling te kunnen komen. De zorgrelatie vindt plaats in een cultuur van ontmoeting en is doordrongen van een diep vertrouwen in het feit dat in ieder persoon een nog onzichtbaar ontwikkelingspotentieel sluimert. De begeleider stelt zich niet alwetend op, maar neemt een houding aan van verwondering voor het mysterie dat de ander is. Hij is nieuwsgierig naar de unieke biografie die zich voor zijn ogen ontvouwt en die hij mee mag ondersteunen.

Verbinding is de kern van het heilpedagogisch en sociaaltherapeutisch werk. De zorgverlener verbindt zich met zijn cliënten en met ieder mens waarmee hij binnen de zorgcontext het pad deelt. Centraal in de zorg staat de beweging van het elkaar wezenlijk ontmoeten én het via die ontmoeting samen groeien, ieder met zijn eigenheid en mogelijkheden. Door de mens die voor hem staat vanuit dienstbaarheid en oprechte interesse steeds beter te leren begrijpen, boetseert de zorgverlener zichzelf dag na dag tot een steeds fijner afgestemd instrument van goede zorg. Dit vraagt om een voortdurende investering in de eigen ontwikkeling en een telkens weer kiezen om wakker in de wereld aanwezig te zijn.

Gelijkwaardige reisgezellen

Zorgvrager en zorgverlener gaan met elkaar op pad als gelijkwaardige reisgenoten. In die interactie worden de ontwikkelingsmogelijkheden van beiden zichtbaar gemaakt en gestimuleerd. Als begeleiders zijn we ons ervan bewust dat de mens niet gereduceerd is tot het fysieke lichaam, maar ook een geestelijk wezen is dat zich voortdurend ontwikkelt. De mens wordt in zijn totaalbeeld gezien. De hele zorg is van die bredere kijk doordrongen.

Dynamische, levende beelden

Door zich een voorstelling te maken van de cliënt in zijn ontwikkelingsmogelijkheden, geeft de zorgverlener de richting van de ontwikkeling aan. Als zorgverleners zijn we er ons van bewust dat door de keuzes die we maken in de zorg, het leven van de ander ingrijpend kan veranderen. Noch onze eigen innerlijke houding, noch de door ons gestelde handelingen worden dan ook als vrijblijvend gezien.
We gaan bewust een langdurig proces aan met de ander. Dit laat ons toe iemand echt te leren kennen en steeds beter te leren begrijpen hoe aan de volgende ontwikkelingsvraag tegemoet kan worden gekomen. Door een actieve houding van waarnemen, blijft het beeld van de ander levend en dynamisch.


Bron: ‘Levende Verbindingen’ – Michaelis
bewerking: Lien Van Laere

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven