Over het belang van warmte en de zin van ziek zijn

Aan warmte wordt vanuit de antroposofie best veel aandacht besteed. Het is een omhullende kwaliteit die ons — letterlijk en figuurlijk — een veilig gevoel geeft en bijdraagt aan onze gezondheid. Met de winter voor de deur is het extra belangrijk om het voldoende warm te hebben. Worden we toch ziek? In dit artikel ontdek je hoe we daar vanuit onze pedagogie naar kijken en mee omgaan. 

“Alles begint met warmte. In de kou valt alles stil. Kou vatten is iets wat we in ons kikkerlandje maar al te goed kennen. ‘Warm vatten’ zou het omgekeerde kunnen zijn: gezondheid opbouwen.”

-Edmond Schoorel

Verzorging van het warmteorganisme

Wij beschikken als mens over een gedifferentieerd warmteorganisme. Alle organen hebben een eigen temperatuur die fluctueert volgens verschillende ritmen. Onze lichaamsfuncties zijn afhankelijk van onze temperatuur. Bij lichte onderkoeling komen verschillende functies op een lager pitje te staan en vertraagt bijvoorbeeld het denken. Volgens de antroposofische visie verbindt onze individualiteit (ons ik) zich via warmte met het lichaam. Dit kun je ervaren aan het fenomeen enthousiasme. Als je ergens enthousiast over bent, verbind je je ermee. Je loopt er letterlijk warm voor. Zorgvragers met koude armen of benen, of met een koude buik of rug, kunnen zich minder goed verbinden met de mensen en de wereld om hen heen. Ook het verwerken van indrukken en de spijsvertering verlopen dan minder goed.

Om een gezonde ontwikkeling te bevorderen is het van belang om te letten op iemands warmtehuishouding en na te gaan of deze ondersteuning nodig heeft. Hierbij is het raadzaam niet alleen de eigen warmte-ervaring als maatstaf te nemen. Degene die jij begeleidt, heeft misschien een andere stofwisseling, of beweegt wellicht minder of meer dan jij.

Enkele tips om warmte-ondersteunend te werken:

  • Psychische warmte
    • verzorgende handelingen met aandacht doen, met oog voor wat de ander nodig heeft
  • Lichamelijke warmte
    • door het stimuleren van zinvolle lichamelijke beweging
    • via de voeding, bijvoorbeeld met verwarmende thee of kruiden en met warme pap in plaats van brood
    • door middel van uitwendige ondersteuning
    • via kleding, bijvoorbeeld door te werken met laagjes
    • door middel van een kruik of door het dragen van bedsokken

Al deze vormen van ondersteuning werken aan de voorwaardenkant. Daarnaast kun je ook proberen te ontdekken welke dingen echt belangrijk zijn voor iemand en de persoon te stimuleren daar iets mee te doen.

Kleding

Bij het reguleren van warmte en koude speelt kleding een belangrijke rol. Kleding van natuurlijke materialen zoals (biologische) katoen, wol of zijde is te verkiezen boven synthetische materialen. Natuurlijke materialen nemen transpiratievocht vaak makkelijker op of geven dit makkelijker door. Warmte wordt door deze materialen beter vastgehouden of juist afgegeven. Daarnaast hebben deze materialen ieder hun specifieke kwaliteit.

Soms zijn bewoners te koud gekleed. Het lichaam kan zich hier wel tegen harden, maar dit is — gezien vanuit de werking van warmte — niet raadzaam. Verhardingsprocessen kunnen bovendien in latere levensfasen de lichamelijke veerkracht verminderen.

Werken met laagjes

Om een gezonde warmte te bevorderen kun je werken met laagjes. Let ook op de materialen waarmee iemand gekleed is. Denk bij koud weer aan het dragen van een maillot of een legging onder een broek en aan wollen of katoenen hemdjes. En aan een sjaal, muts en handschoenen bij het naar buiten gaan. In de zomer helpt een pet goed tegen een te felle zon.

Jongeren hebben behoefte aan experimenteren, niet alleen met hun kleding maar ook met hun zelfverzorging en eet- en slaapgewoontes. Het is goed wanneer je als team een duidelijke visie hebt op dit gebied. Van daaruit kun je het gesprek aangaan en kijken hoeveel ruimte voor iemand passend is.

Verzorging van zieken

Mensen die ziek zijn, zijn extra gevoelig voor hun omgeving. Indrukken komen meer binnen, ook bij degenen die daar normaal gesproken geen last van hebben. Een frisse, schone kamer met weinig prikkels, een goed opgemaakt bed en een opgeruimd nachtkastje werken aangenaam.


Wat bij koorts?

Wie koorts heeft, is meer gevoelig voor tocht en bevattelijker voor kou. Dus laat mensen dan niet op blote voeten of alleen maar in pyjama rondlopen. Nadat de koorts is gezakt, heeft een zieke minstens een dag nodig om uit te zieken.

Het gebruik van medicatie om koorts te onderdrukken is slechts in beperkte gevallen raadzaam. Vaak kan koorts geen kwaad. Integendeel, de verhoogde temperatuur stimuleert de stofwisseling, zodat virussen of bacteriën een halt wordt toegeroepen en ze zich niet verder in het lichaam kunnen verspreiden. Zieken met koorts, met name kinderen, maken een proces door dat hen helpt bij het zich eigen maken van hun lichaam. Natuurlijks is het van belang om de zieke hierbij goed te volgen. Let erop dat hij voldoende drinkt en of er geen warmtestuwing optreedt.


Ziekte als ontwikkelingskans

Een belangrijk aspect van ziek zijn is het gezichtspunt dat elke ziekte ook ontwikkelingsmogelijkheden in zich draagt. Ziek zijn is dus niet alleen een lastig verschijnsel dat zo snel mogelijk voorbij moet zijn. Van ziek zijn kun je ‘beter’ worden: ziekte kan wat uit evenwicht was weer in balans brengen. Vanuit deze optiek is het goed om op te letten of een ziekteperiode een bewoner ook iets gebracht heeft. Bijvoorbeeld of er iets veranderd is in zijn gedrag of houding. Zo zie je na het optreden van kinderziektes vaak dat een kind plotseling vooruit gaat in zijn ontwikkeling. Het heeft zijn persoonlijkheid verder gevormd, het eet beter of plast niet meer in bed.

Bron: Bedding creëren – gezondheid en welbevinden bij mensen met ontwikkelingsproblemen,
Helend klimaat deel 2, p24-25

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven