Zorgen, dat doen we samen

Samen zorg dragen op een manier die alle betrokkenen laat groeien. Echt met de ander op pad gaan, ook als het even moeilijk gaat. Blijven zoeken, blijven vinden. Het zijn mooie idealen. In onze zorggemeenschap trachten we elke dag opnieuw om ze waar te maken. Met vallen en opstaan.

In de antroposofisch geïnspireerde zorgverlening gaat de zorgverlener een levende verbinding aan met de zorgvrager. Het aangaan van die verbinding is heel bepalend. Alleen waar oprechte betrokkenheid en verbinding aanwezig zijn, kunnen alle partijen in een relatie zich ontwikkelen. Op verbinding zetten we bij Iona dan ook heel bewust in. En dan hebben we het niet alleen over de verbinding tussen de bewoners en de begeleiders. De zorg voor een kind of volwassene met een beperking houdt immers niet op de zorg voor de mens zelf. Jan Jacobs, directeur Iona vzw: “De gehele context komt mee in beeld en wordt met de nodige aandacht verzorgd. In het ideale scenario ontstaat in onze zorgverlening een gouden driehoek waarin de cliënt, de thuiscontext en het begeleidend team actief hun plaats innemen en ook onderling tot een goede, werkbare dialoog komen. In theorie klinkt het misschien vanzelfsprekend, in de praktijk is het een proces dat tijd en inspanning vraagt.”

De gouden driehoek

Als je als ouder of familie de zorg voor je kind of pleegkind in handen van een professional legt, ontstaat een samenwerkingsverband. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de beste zorg op maat vormgegeven wordt en de persoon voor wie we samen zorgen zich maximaal kan ontplooien?
Jan Jacobs: “Om de samenwerking vlot te laten verlopen, zijn wederzijdse betrokkenheid, luisterbereidheid en welwillendheid onmisbaar. Alleen als alle partijen echt contact maken en naar elkaar luisteren, om vervolgens samen de beste oplossing te zoeken voor iedereen, beoefenen we ‘de kunst van samen’. Daarvoor is een basis van vertrouwen nodig tussen de drie benen van de gouden driehoek: de cliënt, de thuiscontext en de zorgbegeleiding.
De zorgdriehoek is idealiter gelijkbenig. Dat wil zeggen dat elke partner in het verhaal een evenwaardige positie heeft en op een gezonde, juiste afstand van de andere twee partijen staat. In de realiteit is dat niet altijd het geval. Vooral bij crisisopnames kan de afstand tussen de cliënt en een ouder soms groter zijn dan deze tussen de cliënt en de zorgverlener. Dan ontstaat een systemisch onevenwicht, wat weer voor nieuwe uitdagingen zorgt. Daarom streven we altijd naar maximale communicatie en nemen we belangrijke beslissingen waar mogelijk altijd in overleg met de thuiscontext.”

De interne zorgdriehoek

Jan Jacobs: “Ook binnen onze zorggemeenschap bevindt zich een mini-driehoek, die binnen de grotere gouden driehoek beweegt. Deze kleinere driehoek bestaat uit de rechtstreekse begeleiders van de cliënt, de zorgcoach die vanop iets meer afstand het zorgtraject zeer betrokken mee vormgeeft, en het beleid dat de antroposofische visie mee vormgeeft en bewaakt. Een gezonde dynamiek en evenwicht in die kleinere driehoek bewaken is voor onze gemeenschap een belangrijk aandachtspunt. We communiceren intern onder andere via onze bewonersbespreking, de individuele ontwikkelingsbespreking. Zowel in als vanuit onze gemeenschap trachten we met een maximale transparantie en zorgzaamheid te communiceren, rekening houdend met ieders rol en draagkracht.”

In goede en minder goede dagen

We bouwen vanuit onze zorggemeenschap zorgvuldig aan gezonde langetermijnrelaties, zowel met onze cliënten en hun thuiscontext, als met onze medewerkers. Jan Jacobs: “Samen op pad gaan, betekent dat we samen mogen zoeken en groeien. Dat we elkaar niet zomaar loslaten als het even moeilijk gaat. Fouten maken hoort bij het proces van samen onderweg zijn. Het is goed onszelf en elkaar daar regelmatig aan te herinneren. UIteindelijk zijn we allemaal mensen met mooie kwaliteiten. Op moeilijke momenten is het soms minder evident om die mooie kwaliteiten te laten zien. Als we elkaar op die momenten zoveel mogelijk vanuit een empathische, oordeelloze en luisterende houding kunnen blijven benaderen, is dat een grote hulp. Het is vaak net in de momenten van noodgedwongen samen zoeken en even ploeteren, dat we een nieuwe groeisprong kunnen maken. Vervolgens kunnen we verrijkt met nieuwe inzichten samen verder bouwen. En in elk nieuw hoofdstuk van iemands biografie opnieuw samen bekijken hoe we dit optimaal kunnen vormgeven.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven